Vectorruimten: Opspansels
Onafhankelijkheid
We hebben in Vegen met vectoren een voorbeeld gezien van een door drie vectoren opgespannen deelruimte die ook door twee vectoren kan worden opgespannen. We bespreken nu hoe we voor een gegeven stel vectoren zuinige stelsels kunnen vinden die dezelfde deelruimte opspannen als het gegeven stel. Naast de stelling Standaardbewerkingen met opspannende vectoren en de Uitwisselingsstelling spelen daarbij de begrippen afhankelijkheid en onafhankelijkheid een rol.
(On)afhankelijk stel
Een stel vectoren #\vec{u}_1,\ldots ,\vec{u}_n# van een vectorruimte heet (lineair) afhankelijk als minstens één van de vectoren afhankelijk is van de overige, en (lineair) onafhankelijk als geen der vectoren een lineaire combinatie van de overige is.
Als een van de vectoren uit bovenstaand stel een lineaire combinatie van enkele andere is, dan zeggen we dat deze vector (lineair) afhankelijk van die andere is. Zo niet, dan heet de vector (lineair) onafhankelijk van die andere te zijn.
Een niet-triviale relatie tussen de vectoren #\vec{u}_1,\ldots ,\vec{u}_n# is een gelijkheid
\[
\lambda_1 \cdot\vec{u}_1 + \lambda_2\cdot \vec{u}_2 + \cdots + \lambda_n\cdot \vec{u}_n =\vec{0}
\]waarbij niet alle getallen #\lambda_1, \lambda_2, \ldots ,\lambda_n# gelijk zijn aan #0#.
Om vast te stellen of een gegeven stel vectoren lineair onafhankelijk is, gebruiken we vaak het volgende criterium:
Afhankelijkheidscriterium
Een stel vectoren #\vec{u}_1,\ldots ,\vec{u}_n# van een vectorruimte is dan en slechts dan afhankelijk als er een niet-triviale relatie bestaat tussen de vectoren #\vec{u}_1,\ldots ,\vec{u}_n#.
Met dit criterium kunnen we (on)afhankelijkheid van het stel vectoren #\vec{u}_1,\ldots ,\vec{u}_n# testen door het stelsel lineaire vergelijkingen \[\lambda_1\cdot\vec{u}_1 + \lambda_2\cdot \vec{u}_2 + \cdots + \lambda_n \cdot\vec{u}_n =\vec{0}\]met onbekenden #\lambda_1#, #\lambda_2, \ldots ,\lambda_n# op te lossen. Als de enige oplossing is #\lambda_1 =0, \lambda_2=0, \ldots , \lambda_n=0#, dan is het stelsel onafhankelijk. Als er een andere oplossing is, dan is het stelsel afhankelijk.
Uitdunnen
Ieder stel #\vec{u}_1,\ldots,\vec{u}_m# in een vectorruimte #V# dat niet louter uit nulvectoren bestaat, kan uitgedund worden tot een onafhankelijk stel met hetzelfde opspansel #U=\linspan{\vec{u}_1,\ldots,\vec{u}_m }#:
- Als #\vec{u}_1,\ldots \vec{u}_m# een onafhankelijk stel is, dan zijn we al klaar.
- Zo niet, dan is een van de vectoren afhankelijk van de overige. Laat die weg, zodat we #m-1# vectoren overhouden die nog steeds #U# opspannen, en ga terug naar de vorige stap.
Op deze manier vinden we na hoogstens #m# weglatingen een onafhankelijk stelsel dat #U# opspant.
Het gevonden stelsel dat #U# opspant zal later minimaal blijken te zijn, in de zin dat er geen kleiner aantal opspannende vectoren voor #U# gevonden kan worden.
\[
\lambda_1 \cdot\vec{e}_1 + \cdots + \lambda_n\cdot \vec{e}_n =\rv{0,\ldots ,0}
\]met onbekenden #\lambda_1,\ldots, \lambda_n# komt, na uitschrijving in coördinaten, neer op #\rv{\lambda_1 ,\ldots , \lambda_n }=\rv{0,\ldots ,0}#. Dit stelsel heeft als enige oplossing #\lambda_1 =\cdots =\lambda_n=0#. Volgens het Afhankelijkheidscriterium bewijst dit dat het stel vectoren #\vec{e}_1 ,\vec{e}_2, \ldots,\vec{e}_n# onafhankelijk is.
omptest.org als je een OMPT examen moet maken.