Beschouw onderstaande hijsconstructie #OABCDE#. In alle hoekpunten zijn de staven aan elkaar verbonden door middel van een asverbinding. Tevens wordt de constructie ondersteund met een asverbinding in punt #O# en een roloplegging in punt #A#. De horizontale en verticale staven hebben een lengte van #5# meter (#\rm{m}#). De diagonale staven hebben een lengte van #5\cdot \sqrt{2}# meter. De constructie wordt belast in punt #E# met kracht #\vec{F}_E#. Hierdoor onstaan de reactiekrachten #\vec{F}_O# en #\vec{F}_A# in respectievelijk de punten #O# en #A#. Hierdoor is de constructie onderhevig aan de krachten
\[ \begin{array}{rcl}
\vec{F}_O &=& -1 \, v \,\rm{N} \\
\vec{F}_A &=& 2 \, v \,\rm{N} \\
\vec{F}_E &=& -1 \, v \,\rm{N}
\end{array} \]
Daarbij is gegeven dat de staaf #OA# een nulkrachtstaaf is. Bereken de druk- en trekkrachten die werken op de staven #AB#, #OB# en #OC# door middel van de snedemethode. Gebruik een negatieve waarde voor drukkrachten en een positieve waarde voor trekkrachten #\leftarrow + \rightarrow #.